Een van de vele wetmatigheden rond communiceren leert ons dat ons lichaam altijd eerst spreekt, zijn / haar mond altijd voorbij spreekt... Dat lichaamstaal met andere woorden, meer nog dan het stemgebruik en het woord, van het grootste belang is.
Ons lichaam laat reeds op voorhand (een kwestie van nanoseconden) zien wat en hoe we iets gaan zeggen, nog vooraleer we onze mond openen en spreken (of niet). Als spreker willen we de geloofwaardigheid van wat we uitwisselen natuurlijk graag checken. En we willen ook graag feedback / advies krijgen op onze eigen representatie en interactie. Nogal wiedes dat we dus ook de lichaamstaal van onze toehoorders accuraat willen kunnen lezen. Iets wat tijdens webinars en/of online meetings, wegens vaak vertraagde, vocaal asynchrone beeldvorming, teveel deelnemers of een rits uitgeschakelde camera’s, niet altijd even evident is. Hoe dan ook, het kunnen lezen en interpreteren van lichaamstaal blijft voor de meeste virtuele sprekers onder ons heel belangrijk. Net zoals zelf een goeie lichaamstaal uitstralen natuurlijk.
Wat is hier onze uitdaging als virtueel / online spreker?
Het gewicht van het kunnen lezen en interpreteren van lichaamstaal en de bijhorende feedback of geloofwaardigheidscheck bij online activiteiten naar relevante waarde leren schatten. Hoezo dat? Op de lichaamstaal van onze toehoorders hebben we zelf geen vat, laat staan dat we die adequaat zouden kunnen lezen en interpreteren. Op onze eigen lichaamstaal hebben we wel vat. Hoe? Door onze focus te verleggen naar de manier waarop we onze woordelijke communicatie formuleren en verzorgen. Denken we daarbij aan alternatieve zinsopbouw, de manier waarop je je verbindt en bruggen legt, pro- en interactieve vragen stelt, je toehoorders woordelijk doorheen je verhaal gidst, voldoende adoptiemomenten inbouwt...
Waarom zouden we meer op het gesproken woord en de kwaliteit ervan focussen in plaats van op onze eigen lichaamstaal? Omdat er ook een omgekeerde interactie bestaat tussen woord en lichaamstaal. Met andere woorden: wanneer je anders gaat spreken, zal je lichaam proactief ook een andere taal gaan spreken. Bewuste en onbewuste gedragsverandering, gepaarde gaande met onderliggende celvernieuwing, impliceert immers ook dat je lichaam al vrij snel weet dat je anders spreekt / je zinnen anders formuleert / anders in verbinding gaat met je toehoorders. En wat is daarvan het duurzame aangename gevolg? Je spreekt met een open blik, je bent aanwezig, afgestemd, ontvankelijk, meer verbonden, meer uitnodigend, meer gidsend...
Wat wil dat nu concreet zeggen?
Wanneer je minder directief, minder pushend, minder belerend spreekt en... meer uitnodigend, begeleidend, verbindend en gidsend gaat spreken (voorbeeld van gidsen: "waar zitten we? Op slide 15... Wat is hier belangrijk voor jullie om op te focussen? "), dan zal je eigen lichaamstaal, zelfs bij minder aangename boodschappen, elke geloofwaardigheids-check doorstaan;
Via de Q&A aanpak, waarbij je de letterlijke, woordspiegelende vragen van je toehoorders als bouwstenen aan jouw antwoorden verbindt, focussen we ons meer op de behoeften en verwachtingen van onze toehoorders en minder op onszelf. Omdat je op die manier – retorisch als het ware – een virtueel gesprek met de toehoorders veinst / simuleert - zij praten immers zelf niet maar jij gebruikt wel hun vragen als verbindende factor - verdwijnt ook het, bij veel online sprekers heersende, gevoel dat ze in of tegen een zwart gat praten… waardoor we monotoon gaan praten en finaal ook de die hard committed toehoorders gaan verliezen…
Via diezelfde vraag- en antwoordaanpak verdwijnt ook de "IK" van "In Kontrole" en "EGO" uit je spreken en ben je de facto onbewust meer een van hen (deel van de kudde, van het "ECO"-systeem en in harmonie met je toehoorders);
Bovendien haal je een pak verantwoordelijkheid van je eigen schouders weg. In tegendeel, je verdeelt de verantwoordelijkheid van de impact van je presentatie tussen je toehoorders en je zelf. Door in de wij-vorm te praten, door in de jullie-vorm te praten, door hun letterlijke vragen als bouwstenen van je presentatie te gebruiken... door met andere woorden een ander soort emotioneel & empathisch contact te leggen met je publiek. En wat gebeurt er wanneer je aandacht geeft? Je krijgt aandacht terug...
Wat kan je nog allemaal doen om de verbinding met je toehoorders te stretchen?
-
Vermijd het puur academisch opsommen van feiten, cijfers, kernelementen, modellen, productgegevens,... het korte termijn geheugen van je toehoorders zit zo vol! Fragmenteer je presentatie, verdeel ze in stukjes, salamiseer ze, laat ze meelezen zonder dat jij voorleest... en integreer adoptiepauzes.
-
Idem voor noice & (opvul)woorden zonder toegevoegde waarde, die de geesten de verkeerde kant opsturen. Zoals bijvoorbeeld: "zoals ik in het begin al zei...". Beter is te zeggen: "laten we nog eens herhalen wat hier belangrijk is en waarom?"
-
Verweef de karakteristieken van de identiteit, missie, visie en waarden van je bedrijf tijdens de presentatie, begin er niet mee... Wat is het voordeel? Jij en je bedrijf krijgen een sterkere, voortschrijdende en zichzelf bevestigende geloofwaardigheidsuitstraling doorheen je presentatie...
-
Het vlot overbruggen van de verschillende fragmenten met mayo-vragen. Zoals bijvoorbeeld: "Waarom is dat nu belangrijk voor jullie werking?" of "Hoe kunnen jullie dat nu concreet toepassen in jullie bedrijf?".
-
Bewaak ook de synchroniciteit tussen getoonde slides / support en wat je zegt.. en skip af en toe slides op de achtergrond via de ; (puntkomma-) knop (de verbinding met de projectie wordt dan tijdelijk onderbroken);
-
Skip (stop-, opvul-, prikkeldraad-, twijfel-, verklein-) woorden zonder toegevoegde waarde en met negatieve impact op je slagkracht;
-
Las adoptiepauzes in, korte en lange al naargelang de voor je toehoorders benodigde indaaltijd, breng daardoor ook meer variatie in je stem.
-
Aanvaard ook dat de meeste mensen online blijkbaar meer naar zichzelf kijken (ligt mijn haar goed, hoe kom ik over, ...?) dan met de fysieke aanwezigheid van de medepartij(-en) zelf bezig zijn;
-
Aanvaard eveneens dat het een illusie is te geloven dat we aan 100% juistheid de lichaamstaal van onze toehoorders kunnen lezen en inschatten;
-
Wat we beter kunnen doen, is onze perceptie van hun lichaamstaal te bevragen en “door te vragen” rond welke taal we in de mimiek of de lichaamstaal menen te zien. Zoals bijvoorbeeld: "ik zie dat je met je hoofd ja knikt en toch hoor ik jou nee zeggen... hoezo?" Een kwestie van de moed te hebben om die psychologische veiligheidsdrempel te overschrijden. Moed. Met de D van Durven, Doen en Daadkracht!